De werkingspuzzels zijn gebaseerd op hash-functies en liggen aan de basis van het beveiligingsmodel van Bitcoin.
Omdat het “werk” herhaalde hash-functies zijn, wordt de gecombineerde berekening van elke miner op het netwerk om die functies op te lossen de hash-rate genoemd.
In het algemeen komt een hogere hashrate van het netwerk overeen met een hoger beveiligingsniveau voor een bepaalde blockchain.
De veiligheidsgaranties van Bitcoin gaan ervan uit dat geen enkele miner een meerderheid van de hash rate controleert.
Als ze dat wel deden, zouden ze een 51%-aanval kunnen uitvoeren. Een 51%-aanval is als een “vijandige overname” van een blockchain.
Omdat ze een hogere hash rate hebben dan de rest van het netwerk samen, kan een aanvaller de regels van het protocol effectief herschrijven en zijn eigen transacties dubbel uitvoeren.
Maar zelfs in dit geval kunnen ze het geld van andere gebruikers niet uitgeven, omdat dit beschermd wordt door cryptografie.
Het klinkt allemaal een beetje technisch, maar dat komt nu eenmaal door het feit dat Bitcoin (en blockchain in het algemeen) een zeer complex systeem is.